Voltmeter

Een voltmeter, ook wel spanningsmeter genoemd, is een instrument dat wordt gebruikt voor het meten van het potentiaalverschil, of spanning, tussen twee punten in een elektrisch of elektronisch circuit. Sommige voltmeters zijn bedoeld voor gebruik in gelijkstroom (DC) circuits; anderen zijn ontworpen voor wisselstroom (AC) circuits. Gespecialiseerde voltmeters kunnen radiofrequente (RF) spanning meten.

Een analoge basis voltmeter bestaat uit een gevoelige galvanometer (stroommeter) in serie met een hoge weerstand. De inwendige weerstand van een voltmeter moet hoog zijn. Anders zal hij een aanzienlijke stroom trekken, en daardoor de werking van het te testen circuit verstoren. De gevoeligheid van de galvanometer en de waarde van de serieweerstand bepalen het bereik van de spanningen die de meter kan weergeven.

Een digitale voltmeter geeft de spanning direct als cijfers weer. Sommige van deze meters kunnen spanningswaarden tot op enkele significante cijfers bepalen. Praktische laboratorium voltmeters hebben maximale bereiken van 1000 tot 3000 volt (V). De meeste in de handel verkrijgbare voltmeters hebben verschillende schalen, oplopend in machten van 10; bijvoorbeeld 0-1 V, 0-10 V, 0-100 V, en 0-1000 V.

Een oscilloscoop kan worden gebruikt om lage spanningen te meten; de verticale verplaatsing komt overeen met de momentane spanning. Oscilloscopen zijn ook uitstekend geschikt voor het meten van piek- en piekpiekspanningen in AC- en RF-toepassingen. Voltmeters voor het meten van hoge potentiaalverschillen vereisen zware probes, bedrading en isolatoren.

In de computerpraktijk zijn standaard laboratorium voltmeters adequaat omdat de spanningen die men tegenkomt matig zijn, gewoonlijk tussen 1 V en 15 V. Kathodestraalbuis (CRT) monitoren werken bij enkele honderden volts. Een typische laboratoriumspanningsmeter kan deze spanningen aangeven, maar CRT-units mogen alleen door gekwalificeerde technici worden onderhouden omdat de spanningen hoog genoeg zijn om dodelijk te zijn.