De seconde (afkorting, s of sec) is de Standaard Internationale ( SI ) eenheid van tijd. Een seconde is de tijd die verstrijkt gedurende 9.192.631.770 (9,192631770 x 10 9 ) cycli van de straling geproduceerd door de overgang tussen twee niveaus van het cesium 133 atoom.
Er zijn nog andere uitdrukkingen voor de seconde. Het is de tijd die nodig is voor een elektromagnetisch veld om zich 299.792.458 meter (2,99792458 x 10 8 m) door een vacuüm voort te planten. Dit getal wordt soms afgerond tot 3,00 x 10 8 m, of 300.000 kilometer (3,00 x 10 5 km). Eén seconde is gelijk aan 1/86.400 van een gemiddelde zonnedag. Dit is gemakkelijk af te leiden uit het feit dat er 60 seconden in een minuut zitten, 60 minuten in een uur, en 24 uur in een gemiddelde zonnedag. Deze definitie is echter beperkt nauwkeurig vanwege onregelmatigheden in de baan van de aarde om de zon.
Gineers en wetenschappers gebruiken vaak kleinere eenheden dan de seconde door er een macht-van-10 prefix-vermenigvuldigingsfactor s aan toe te voegen. Een milliseconde is 10 -3 s; een microseconde is 10 -6 s; een nanoseconde is 10 -9 s; een picoseconde is 10 -12 s. Gedurende deze tijdspannes plant een EM-veld zich door een vacuüm voort over afstanden van respectievelijk ongeveer 300 kilometer, 300 meter, 300 millimeter en 300 micrometer.
De seconde wordt soms gespecificeerd als hoekmaateenheid, vooral in de astronomie en de plaatsbepaling van de aarde. In deze contexten wordt hij ook boogseconde of boogseconde genoemd, en is gelijk aan precies 1/3600 van een hoekgraad of 1/1.296.000 van een cirkel. Zestig boogseconden vormen een boogminuut; 60 boogminuten vormen een hoekgraad. Eén boogseconde breedtegraad aan het aardoppervlak komt overeen met een noord-zuid afstand van slechts ongeveer 31 m.
Zie ook Standaard Internationaal ( SI ) Stelsel van Eenheden en prefix vermenigvuldigingsfactor s.