schijnbaar vermogen is een maat voor het vermogen van wisselstroom (AC) dat wordt berekend door de wortel-gemiddelde-kwadraatstroom (rms) te vermenigvuldigen met de wortel-gemiddelde-kwadraatspanning. In een gelijkstroomcircuit (DC), of in een wisselstroomcircuit waarvan de impedantie een zuivere weerstand is, zijn de spanning en de stroom in fase, en geldt de volgende formule:
P = ErmsIrms
waar P het vermogen in watt is, Erms de rms-spanning in volt, en Irms de rms-stroom in ampère. Maar in een wisselstroomkring waarvan de impedantie zowel uit reactantie als weerstand bestaat, zijn de spanning en de stroom niet in fase. Dit bemoeilijkt de bepaling van het vermogen.
In een wisselstroomkring wordt het product van de rms-spanning en de rms-stroom schijnbaar vermogen genoemd. Wanneer de impedantie een zuivere weerstand is, is het schijnbare vermogen hetzelfde als het werkelijke vermogen. Maar als er reactantie is, is het schijnbare vermogen groter dan het werkelijke vermogen. Het vectorverschil tussen het schijnbare en ware vermogen wordt blindvermogen genoemd.
Als Pa het schijnbare vermogen in een complexe wisselstroomkring voorstelt, Pt het ware vermogen, en Pr het blindvermogen, dan geldt de volgende vergelijking:
Pa2 = Pt2 + Pr2