OpenFlow is een protocol dat een server in staat stelt om netwerkswitches te vertellen waar ze pakketten heen moeten sturen. In een conventioneel netwerk heeft elke switch eigen software die zegt wat hij moet doen. Met OpenFlow worden de beslissingen over het verplaatsen van pakketten gecentraliseerd, zodat het netwerk onafhankelijk van de afzonderlijke switches en datacenters kan worden geprogrammeerd.
In een conventionele switch vindt het doorsturen van pakketten (het datapad) en routing op hoog niveau (het besturingspad) plaats op hetzelfde apparaat. Een OpenFlow-switch scheidt het gegevenspad van het besturingspad. Het gegevenspadgedeelte bevindt zich op de switch zelf; een afzonderlijke controller neemt de routeringsbeslissingen op hoog niveau. De switch en controller communiceren door middel van het OpenFlow-protocol. Deze methodologie, die bekend staat als software-defined networking (SDN), maakt een efficiënter gebruik van netwerkbronnen mogelijk dan met traditionele netwerken mogelijk is. OpenFlow heeft aan populariteit gewonnen in toepassingen als VM (virtual machine) mobility, mission-critical netwerken en volgende generatie IP-gebaseerde mobiele netwerken.
Verschillende gevestigde bedrijven, waaronder IBM, Google en HP, hebben de OpenFlow-standaard volledig benut of aangekondigd deze te gaan ondersteunen. Big Switch Networks, een SDN-bedrijf met hoofdkantoor in Palo Alto, Californië, heeft OpenFlow-netwerken geïmplementeerd die bovenop traditionele netwerken draaien, waardoor het mogelijk wordt om virtuele machines overal in een datacenter te plaatsen om gestrande computercapaciteit terug te winnen. Begin 2012 draaide het interne netwerk van Google volledig op OpenFlow.