Een onderwater remotely operated vehicle (ROV) is een mobiele robot ontworpen voor werkomgevingen in het water. De besturing op afstand gebeurt meestal via koper- of glasvezelkabels. Een menselijke operator zit in een walstation, boot of onderzeebootbel en kijkt naar een display waarop te zien is wat de robot "ziet". De operator kan de robot ook manoeuvreren. Geavanceerde onderwater ROV's maken gebruik van telepresence om de operator het gevoel te geven dat hij in de plaats van de machine is.
Een eenvoudige onderwater ROV, de vliegende oogbal, wordt al tientallen jaren gebruikt door militairen en wetenschappers. Het bolvormige voertuig heeft geen robotarmen of eindeffectoren, maar is zeer wendbaar. Het is uitgerust met camera's, lampen en stuwraketten aan boord. Een draagraket met daarin de robot en zijn communicatiekabel wordt vanaf een boot neergelaten. Wanneer de draagraket de gewenste diepte heeft bereikt, laat hij de robot los, die met een tui aan de draagraket is verbonden. De tui en de drop cable zenden commando's naar de robot en sturen gegevens terug naar de operator.
Het bereik van afstandsbediening voor een onderwater ROV wordt door verschillende factoren beperkt. Radiogolven in de vorm van een elektromagnetisch veld planten zich niet goed voort door water, tenzij de frequentie zo laag is dat de bandbreedte sterk wordt beperkt. Een dergelijke frequentiebeperking maakt hoge gegevensoverdrachtssnelheden, zoals die welke vereist zijn voor de overdracht van videobeelden in volledige beweging, onmogelijk. Het bereik van optische communicatiesystemen met directe straling wordt beperkt door de zichtlijnen en de troebelheid van het water. Het is onpraktisch om een kabel van welk type dan ook langer dan een paar kilometer te hebben. Sommige onderzoekers geloven dat zeezoogdieren, met name walvissen, onder water over afstanden van vele kilometers communiceren met behulp van akoestische golven. Om deze reden zijn geluid en ultrageluid overwogen voor de afstandsbediening van onderwater-ROV's. Het grootste probleem met deze methode is de lage voortplantingssnelheid, die zich vertaalt in een aanzienlijke latentie over lange afstanden.