Niet-hernieuwbare hulpbronnen

Een niet-hernieuwbare hulpbron is een hulpbron die zich niet of niet snel genoeg regenereert om op duurzame wijze een of ander menselijk doel te dienen.

De meest gangbare voorbeelden van niet-hernieuwbare hulpbronnen zijn fossiele brandstoffen, zoals steenkool, aardolie en aardgas. Hoewel deze hulpbronnen zich op natuurlijke wijze in de aarde vormen, zijn daar miljarden jaren voor nodig. Andere niet-hernieuwbare hulpbronnen zijn metalen, mineralen en steen.

Bronnen die als hernieuwbaar worden beschouwd, zijn bronnen die gemakkelijk worden aangevuld, zoals zonne-, aardwarmte-, wind- en getijdenenergie. Energie uit dergelijke bronnen wordt vaak groene stroom of schone elektriciteit genoemd, omdat zij geen niet-hernieuwbare hulpbronnen uitputten of vervuiling veroorzaken.

 Sommige hulpbronnen regenereren weliswaar, maar doen dat niet erg snel en dreigen op veel plaatsen uitgeput te raken door overmatig gebruik. Er is enige onenigheid over de vraag of hulpbronnen als hout en drinkwater in praktische zin hernieuwbaar zijn.

How Stuff Works geeft uitleg over hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbronnen:

Zie ook: bedrijfsduurzaamheid, koolstofcompensatie, koolstofneutraal, koolstofvoetafdruk, koolstofverbruikseffectiviteit (CUE), Green Grid