Nanogeneeskunde is de toepassing van nanotechnologie (de engineering van piepkleine machines) op de preventie en behandeling van ziekten in het menselijk lichaam. Deze zich ontwikkelende discipline heeft het potentieel om de medische wetenschap ingrijpend te veranderen.
Bestaande en bijna toekomstige toepassingen van nanogeneeskunde omvatten activiteitsmonitors, chemotherapie, pacemakers, biochips, OTC-tests, insulinepompen, vernevelaars, naaldloze injectoren, gehoorapparaten, medische stromingssensoren en bloeddruk-, glucosecontrole- en medicijnafgiftesystemen.
Hier volgen enkele voorbeelden van hoe nanogeneeskunde gewone medische procedures zou kunnen transformeren:
- Diagnostische nanomachines zouden kunnen worden ingezet om de interne chemie van het lichaam te controleren. Mobiele nanorobots, uitgerust met draadloze zenders, zouden in het bloed- en lymfesysteem kunnen circuleren en waarschuwen wanneer chemische onevenwichtigheden optreden of verergeren.
- Dergelijke vaste nanomachines zouden in het zenuwstelsel kunnen worden geplaatst om de polsslag, hersengolfactiviteit en andere functies te controleren.
- Geplante nanotechnologie-apparaten zouden naar behoefte geneesmiddelen of hormonen kunnen toedienen aan mensen met chronische onevenwichtigheden of tekorten.
- In hartdefibrillatoren en pacemakers zouden nanomachines het gedrag van individuele cellen kunnen beïnvloeden.
- Kunstmatige antilichamen, kunstmatige witte en rode bloedcellen, en antivirale nanorobots zouden kunnen worden bedacht.
De meest geavanceerde nanogeneeskunde omvat het gebruik van nanorobots als miniatuur chirurgen. Dergelijke machines kunnen beschadigde cellen repareren of in cellen binnendringen om beschadigde intracellulaire structuren te vervangen of te helpen. In het uiterste geval kunnen nanomachines zichzelf repliceren of genetische tekortkomingen corrigeren door DNA-moleculen (desoxyribonucleïnezuur) te wijzigen of te vervangen.