Microchipkunst

Microchipkunst is een microscopisch kleine, niet-functionerende tekening op het oppervlak van het ontwerpmasker dat wordt gebruikt bij de productie van microchips. De kunst, die voortkwam uit de traditie om chipontwerpers hun werk te laten "signeren", wordt gemaakt door in de bovenste metalen lagen van de chip te etsen in een ongebruikte hoek van het chipmasker.

Omdat microchipkunst te klein is om met het menselijk oog te zien, was het bestaan ervan tot 1998 niet algemeen bekend toen fotograaf Michael Davidson bij toeval op een voorbeeld stuitte terwijl hij de geometrische patronen van een microchip fotografeerde. Davidson, die zijn brood verdient met het fotograferen van gewone voorwerpen onder een krachtige optische Nikon-microscoop, ontdekte tot zijn verrassing dat het kinderboekfiguurtje "Waldo" zich verschool tussen de duizenden vierkante microns van de schakelingen waar hij naar keek. (Het doel van de "Waar is Waldo?"-boeken is dat kinderen het Waldo-personage vinden dat ergens in de illustratie op elke bladzijde verborgen zit). Davidson, die aanvankelijk dacht dat de afbeelding een toevalstreffer was, begon andere microchips onder zijn microscoop nauwkeurig te onderzoeken en vond wat schrijver Michael Stroh heeft omschreven als "de Lascaux-grot van de computerindustrie".

Sinds zijn eerste ontdekking heeft Davidson een grote verscheidenheid aan voorbeelden van microchipkunst gevonden en gefotografeerd, waaronder ingewikkelde schetsen van kolibries, locomotieven, en buffels. Nadat hij zijn microfoto's op een website had geplaatst, was Davidson verheugd dat veel van de chipontwerpers contact met hem opnamen over hun werk en de symboliek achter het gekozen ontwerp uitlegden. Zo was een bulldozer op een in 1980 door Synertek ontworpen chip een mysterie totdat men ontdekte dat de chip werd gebruikt in elektronische controlesystemen voor zware apparatuur.

Microchipkunst wordt in sommige bedrijven, met name Intel, afgekeurd omdat de software die wordt gebruikt om chips te maken, is geprogrammeerd om ontwerpfouten op te sporen, en naarmate microchips complexer worden, bestaat de mogelijkheid dat slecht uitgevoerde microchipkunst voor productieproblemen kan zorgen. Chipontwerpers vergelijken microchipkunst echter met de "paaseieren" die programmeurs achterlaten en beloven dat creatieve geesten op de een of andere manier "hun stempel" zullen blijven drukken op hun werk.

Het Smithsonian heeft een grote collectie chipkunst.