HDTV (high definition television) is een televisieweergavetechnologie die beeldkwaliteit biedt vergelijkbaar met 35 mm. films met een geluidskwaliteit vergelijkbaar met die van de huidige compact disc. Sommige televisiestations zijn begonnen met het uitzenden van HDTV-uitzendingen voor gebruikers op een beperkt aantal kanalen. HDTV maakt over het algemeen gebruik van digitale in plaats van analoge signaaltransmissie. In Japan werd het eerste analoge HDTV-programma echter op 3 juni 1989 uitgezonden. Het eerste beeld dat verscheen was het Vrijheidsbeeld en de haven van New York. Hiervoor was een 20 Mhz kanaal nodig, waardoor analoge HDTV uitzendingen in de meeste landen niet haalbaar zijn.
HDTV en standaard definitie televisie (SDTV) zijn de twee categorieën weergaveformaten voor digitale televisie (DTV) uitzendingen, die de standaard aan het worden zijn. HDTV biedt een weergave van hogere kwaliteit met een verticale resolutie van 720p tot 1080i. De p staat voor progressive scanning, wat betekent dat elke scan elke lijn omvat voor een volledig beeld, en de i staat voor interlaced scanning, wat betekent dat elke scan afwisselende lijnen omvat voor een half beeld. Deze snelheden vertalen zich in een beeldsnelheid tot 60 beelden per seconde, tweemaal zo hoog als bij conventionele televisie. Een van de meest opvallende kenmerken van HDTV is de bredere beeldverhouding (de verhouding tussen breedte en hoogte van het scherm) van 16:9, een ontwikkeling die gebaseerd is op onderzoek waaruit blijkt dat de ervaring van de kijker wordt verbeterd door schermen die breder zijn. Het aantal pixels van HDTV's varieert van één tot twee miljoen, terwijl dat van SDTV's tussen 300.000 en één miljoen ligt. Nieuwe televisietoestellen zijn ofwel geschikt voor HDTV of voor SDTV, met ontvangers die het signaal kunnen omzetten naar het oorspronkelijke weergaveformaat.
In termen van geluidskwaliteit ontvangt, reproduceert en outputt HDTV Dolby Digital 5.1.
In de Verenigde Staten heeft de FCC omroepkanalen toegewezen voor DTV-uitzendingen. In SDTV-formaten maakt DTV het mogelijk de toegewezen kanalen te gebruiken voor meerdere signalen op de huidige kwaliteitsniveaus in plaats van enkele signalen op HDTV-niveau, waardoor meer programma's met hetzelfde bandbreedtegebruik kunnen worden uitgezonden. Commerciële en openbare omroepzenders beslissen momenteel hoe zij het gebruik van HDTV precies zullen implementeren.
HDTV maakt gebruik van het MPEG-2-bestandsformaat en de compressienorm.