Google News Initiative (GNI) is een samenwerkingsverband tussen Google en een aantal grote traditionele nieuwsmedia-aanbieders om het kijkerspubliek van deze kanalen te herstellen als een beweerde poging om gezaghebbende journalistiek te ondersteunen.
Onder de leden van het initiatief bevinden zich de New York Times, de Washington Post, de Financial Times, HEARST, de South China Morning Post en vele andere grote nieuwsaanbieders, alsmede talrijke partners op het gebied van reclame.
Het initiatief trekt 300 miljoen dollar uit voor de promotie van de partnerkanalen als gevestigde gezaghebbende bronnen van nieuws. Tegelijkertijd worden sites die worden beschouwd als onbetrouwbaar of leveranciers van nepnieuws minder zichtbaar, maar volgens Google niet helemaal verwijderd uit de zoekresultaten van Google.
Het is algemeen bekend bij SEO dat gebruikers zelden verder bladeren dan de eerste pagina van de resultaten. Gezien deze informatie en het feit dat een aantal andere zoekmachines hun resultaten baseren op Google, deze de-ranking effectief verbergt ze van het internet voor velen. Deze mate van controle stelt Google in staat een website af te sluiten, waardoor een site bijna net zo verborgen wordt als sites op het deep web.
Omdat Google een overweldigende autoriteit op het gebied van zoekmachines heeft, wijzen critici van het initiatief op de effectieve censuur van de vrije meningsuiting die het platform biedt en op het concurrentievervalsende karakter ervan. De politieke vooringenomenheid van het initiatief wordt ook in twijfel getrokken door sommige nieuwsorganisaties buiten het circuit van het initiatief.