Gemeentelijke breedband is internettoegang met hoge bandbreedte die gedeeltelijk of volledig door de gemeentelijke overheid wordt gefinancierd. Waar de bestaande commerciële dienst er niet in slaagt voldoende bandbreedte voor een gemeenschap te bieden, kan gemeentelijke breedband soms in de connectiviteitsbehoeften voorzien.
Vaak biedt gemeentelijke breedband hogesnelheidstoegang tegen lagere kosten dan die welke door traditionele providers worden aangeboden, of zelfs gratis, waardoor het een zorg voor ISP's (internet service providers) wordt. Gemeentelijke breedband kan worden geleverd door middel van draadloze methoden zonder vergunning, zoals Wi-Fi, door draadloze mesh-netwerken of door vergunde methoden zoals WiMAX.
Fiber to the Home (FTTH) kan het meest zinvol zijn op de lange termijn, hoewel het duur is, gezien het voortdurend toenemende gebruik van bandbreedte. Soms kan bestaande ongebruikte dark fiber worden gebruikt voor gemeentelijke connectiviteit, waarbij bestaande onaangeboorde infrastructuurinvesteringen worden benut terwijl de kosten worden verlaagd. Een gemeentelijk breedbandnetwerk kan door de overheid worden beheerd en gefinancierd of particulier worden beheerd met overheidsmiddelen.
In 2016 verloor de Federal Communications Commission (FCC) een strijd met ISP's om individuele staten ervan te weerhouden de uitbreiding van gemeentelijke breedband te beperken. De inspanning was om de concurrentie op de breedbandmarkt te vergroten. De FCC vertrouwde op de door het congres verleende machtiging om belemmeringen voor investeringen weg te nemen. Tijdens de hoorzitting werd echter vastgesteld dat de zaak van de FCC niet grondig werd ondersteund door de geciteerde sectie 706 van de Telecommunicatiewet van 1996.