Een embedded device is een voorwerp dat een computersysteem voor speciale doeleinden bevat. Het systeem, dat volledig omsloten is door het object, kan al dan niet verbinding maken met het internet.
Ingebedde systemen hebben uitgebreide toepassingen in consumenten-, commerciële, automobiel-, industriële en gezondheidszorgmarkten. Naar schatting zullen tegen 2015 meer dan 15 miljard ingebedde apparaten met het internet zijn verbonden, een fenomeen dat gewoonlijk het internet der dingen wordt genoemd.
In het algemeen zal het besturingssysteem van een ingebed apparaat slechts één enkele toepassing draaien die het apparaat helpt zijn werk te doen. Voorbeelden van ingebedde apparaten zijn vaatwassers, geldautomaten voor banken, routers, betaalautomaten en mobiele telefoons. Apparaten die verbinding kunnen maken met het internet worden smart of intelligent genoemd. Als een embedded device geen verbinding met internet kan maken, wordt het dumb genoemd.
Embedded devices in complexe fabricaten, zoals auto's, zijn vaak headless. Dit betekent simpelweg dat de software van het apparaat geen gebruikersinterface (UI) heeft. In dergelijke gevallen wordt tijdelijk een in-circuit emulator (ICE) geïnstalleerd tussen het ingebedde apparaat en een externe computer om de software te debuggen of bij te werken.
Omdat ingebedde systemen beperkte computerbronnen en strikte eisen aan het vermogen hebben, is het schrijven van software voor ingebedde apparaten een zeer gespecialiseerd vakgebied dat zowel kennis van hardwarecomponenten als van programmeren vereist.
Zie ook: ingebed systeem, embedded systems programming