Deductief argument

Een deductief argument is de presentatie van uitspraken waarvan wordt aangenomen of bekend is dat ze waar zijn als premissen voor een conclusie die noodzakelijkerwijs volgt uit die uitspraken. Deductief redeneren berust op wat bekend wordt verondersteld om waarheden af te leiden over gelijksoortige conclusies.

In werkelijkheid kan van weinig uitspraken worden gezegd dat ze waar zijn met 100 procent zekerheid. Het klassieke deductieve argument, bijvoorbeeld, gaat terug tot de oudheid: Alle mensen zijn sterfelijk, en Socrates is een man; dus Socrates is sterfelijk. Maar hoewel alle mensen historisch gezien sterfelijk zijn geweest (gestorven zijn, dus), kunnen we niet weten of een mens die nu of in de toekomst leeft eeuwig zal leven. Evenzo kunnen we, hoewel we veilig kunnen aannemen dat Socrates een mens is, niet met zekerheid weten of hij geen buitenaards wezen of een spook is. Niettemin zijn deze premissen sterk genoeg om de conclusie te ondersteunen.

De bewijsbaarheid van een argument door middel van deductief redeneren berust op de waarheid van de veronderstelde premissen. Het argument kan geldig of ongeldig zijn, onafhankelijk van de vraag of de premissen juist zijn. De geldigheid van het argument hangt af van de vraag of de conclusie op natuurlijke wijze uit de premissen volgt. Als de stellingen die als premissen worden aangeboden waar zijn, en de conclusie op natuurlijke wijze uit die premissen volgt, dan wordt een deductief argument als geldig beschouwd.

Een deductief argument kan ongeldig worden gemaakt door een onjuiste aanname als uitgangspunt. Voordat een deductief beredeneerd argument volledig onjuist kan worden verklaard, moeten zowel de ondersteunende premissen als de conclusie onjuist blijken te zijn. Totdat alle stellingen zijn weerlegd, kan worden aangenomen dat een van de stellingen onjuist is of ten onrechte wordt toegepast als het argument zelf onjuist is gebleken. 

In tegenstelling hiermee wordt een inductief argument gebaseerd op ondersteunende bewijsstukken waarvan niet volledig kan worden bewezen dat ze waar zijn, maar die wel kunnen worden beschouwd als steun voor de conclusie. Een inductief argument kan worden weerlegd door een enkel negatief voorbeeld. Waar deductief redeneren uitgaat van bestaande premissen om een bestaande of voorbije toestand af te leiden, neemt inductief redeneren bewijs uit het verleden of het heden om een conclusie van een toekomstige voorspelling te ondersteunen.

Zie ook: kritisch denken