De Cyber Intelligence Sharing and Protection Act (CISPA) van 2011 is een voorstel voor een federale wet van de Verenigde Staten die het delen van webgegevens tussen de overheid en technologiebedrijven mogelijk zou maken. Auteurs van het wetsvoorstel stellen dat het de overheid zal helpen bij het bestrijden van cyberterrorisme en cyberoorlogsvoering.
CISPA heeft de steun gekregen van grote bedrijven, waaronder Symantec, Microsoft en Facebook, evenals van verschillende overheidsinstanties, die allemaal hun zorgen delen over internationale cyberveiligheid. Sommige mensen (zowel voorstanders als critici) interpreteren CISPA als een tweede poging om digitale piraterij wetten te versterken na de mislukking van SOPA en PIPA (de Stop Online Piracy Act en de Protect IP Act).
CISPA is bekritiseerd door de Electronic Frontier Foundation en de American Civil Liberties Union als een bedreiging voor de persoonlijke en zakelijke communicatie privacy. Sommige critici stellen dat een gebrek aan duidelijkheid in het wetsvoorstel zou kunnen leiden tot het ongerechtvaardigd sluiten van websites of het massaal afluisteren van privécommunicatie.
CISPA werd op 30 november 2011 geïntroduceerd door U.S. Representative Michael Rogers (R-MI) als H.R. 3523 en werd op 26 april 2012 aangenomen in het Huis van Afgevaardigden. Het wetsvoorstel is in feite een wijziging van de National Security Act van 1947, die geen bepalingen bevat met betrekking tot cybercriminaliteit.