De Communications Act of 1934 is wetgeving van de Verenigde Staten die de bevoegdheid van de Federal Radio Commission over radioregulering overdraagt aan de Federal Communications Commission (FCC), die krachtens de bepalingen van de wet nieuw werd opgericht. De wetgeving voorzag in strenge controles op de verzameling en verkoop van persoonlijk identificeerbare informatie (PII) van klanten, waaronder belgeschiedenis.
De Communications Act van 1934 nam afzonderlijke bestaande wetten en bracht ze samen, waarbij bepalingen van de Federal Radio Act van 1927 en die met betrekking tot telefoondiensten in de Mann-Elkins Act van 1910 werden toegepast. Zoals in het eerste deel van de wet wordt gesteld, stelt de wetgeving de FCC in staat zowel de bestaande als de toekomstige regelgeving te handhaven. Deze bepaling geeft de overheid invloed op technologieën die toen nog niet bestonden, waaronder televisie en internet.
Hoewel geen enkel land het internet reguleert, heeft de FCC aanzienlijke invloed op de communicatievoorschriften in de Verenigde Staten, die voortvloeien uit Titel II van de Communications Act van 1934, waarin telefoonmaatschappijen als common carriers worden aangemerkt. Common carriers kunnen nutsdiensten aanbieden aan het grote publiek onder licentie of op gezag van een regelgevende instantie, in dit geval de FCC. Als het internet als een nutsvoorziening wordt beschouwd, zijn ISP's onderworpen aan dezelfde heldere regels en nalevingsvoorschriften als elektriciteitsbedrijven of telecomcarriers.
Tweeënzestig jaar later wijzigde de Telecommunicatiewet van 1996 de wet van 1934 en stelde het opkomende internet vrij van de regulering van gemeenschappelijke dragers, maar in februari 2016 stemde de FCC voor een herindeling van breedband-IPS's als gemeenschappelijke dragers. Sindsdien is de vraag of internet service providers (ISP's) al dan niet moeten worden geclassificeerd als common carriers en wie de bevoegdheid heeft om te beslissen of ISP's al dan niet moeten worden geclassificeerd als common carriers, hevig omstreden geweest in het Netneutraliteitsdebat.
In maart 2017 kondigde de Trump-administratie plannen aan om de FCC-voorschriften in te trekken die de privacyvereisten uit de Communications Act van 1934 uitbreiden tot breedbandinternetproviders en andere telecommunicatiedragers. Volgens de Trump-administratie vereisen de privacyvereisten die zijn gespecificeerd in de Communications Act of 1934 dat ISP's en edge providers privacy anders aanpakken, en dit gaat fundamenteel in tegen het technologieneutrale kader van de FCC voor online privacy.