Een barcodelezer, ook wel prijsscanner of point-of-sale ( POS ) scanner genoemd, is een hand- of stationair invoerapparaat dat gebruikt wordt om informatie in een barcode vast te leggen en te lezen. Een barcodelezer bestaat uit een scanner, een decoder (ingebouwd of extern), en een kabel om de lezer met een computer te verbinden. Omdat een barcodelezer alleen de barcode vastlegt en vertaalt in cijfers en/of letters, moeten de gegevens naar een computer worden gestuurd, zodat een softwaretoepassing de gegevens kan interpreteren. Barcodescanners kunnen op een computer worden aangesloten via een seriële poort, een toetsenbordpoort of een interface-apparaat dat een wig wordt genoemd. Een barcodelezer werkt door een lichtstraal op de barcode te richten en de hoeveelheid teruggekaatst licht te meten. (De donkere streepjes op een streepjescode weerkaatsen minder licht dan de witte ruimten ertussen). De scanner zet de lichtenergie om in elektrische energie, die vervolgens door de decoder in gegevens wordt omgezet en naar een computer wordt doorgestuurd.
Er zijn vijf basissoorten barcodelezers: penstokken, gleufscanners, CCD-scanners (Charge-Couple Device), beeldscanners en laserscanners.
- Een penstift is de eenvoudigste barcodelezer. Hij bevat geen bewegende delen en staat bekend om zijn duurzaamheid en lage kosten. Een penstift kan echter een uitdaging vormen voor de gebruiker, omdat hij in direct contact moet blijven met de streepjescode, onder een bepaalde hoek moet worden gehouden en met een bepaalde snelheid over de streepjescode moet worden bewogen.
- Een gleufscanner blijft stilstaan en het voorwerp met de streepjescode erop wordt met de hand door de gleuf getrokken. Sleufscanners worden meestal gebruikt om streepjescodes op identificatiekaarten te scannen.
- Een CCD-scanner heeft een beter leesbereik dan de pennenstaf en wordt vaak gebruikt in de detailhandel. Een CCD-scanner heeft meestal een "pistool"-achtige interface en moet niet meer dan een centimeter van de streepjescode worden gehouden. Telkens wanneer de streepjescode wordt gescand, worden verschillende lezingen verricht om de kans op fouten te verkleinen. Een nadeel van de CCD-scanner is dat hij geen streepjescode kan lezen die breder is dan zijn invoervlak.
- Een beeldscanner, ook wel camerareader genoemd, gebruikt een kleine videocamera om een beeld van de streepjescode op te nemen en gebruikt vervolgens geavanceerde digitale beeldverwerkingstechnieken om de streepjescode te decoderen. Hij kan een streepjescode lezen op een afstand van ongeveer 15 tot 15 cm en kost over het algemeen minder dan een laserscanner.
- Een laserscanner, in de hand gehouden of stationair, hoeft niet dicht bij de streepjescode te staan om zijn werk te doen. Het maakt gebruik van een systeem van spiegels en lenzen om de scanner in staat te stellen de streepjescode te lezen, ongeacht de oriëntatie, en kan gemakkelijk een streepjescode lezen tot op een afstand van 24 inch. Om de kans op fouten te verkleinen, kan een laserscanner tot 500 scans per seconde uitvoeren. Specialized long-range laser scanners are capable of reading a bar code up to 30 feet away.